Zo ontstond domeinoverstijgend ontwikkelen
Voor sommige jongeren die van jeugdhulp-met-verblijf naar de MOBW (maatschappelijke opvang beschermd wonen) gaan, is de overgang erg groot. Maar organisaties die hen beter willen begeleiden, lopen tegen allerlei grenzen en belangen aan. Daarom ontstond de wens om over organisatiegrenzen heen een innovatieve aanpak te ontwikkelen.
Los het probleem op dat de stap voor sommige jongeren té groot is bij de overgang van jeugdhulp-met-verblijf naar MOBW. En werk daarvoor samen, als netwerk. Die opdracht kregen wij als organisaties van de gemeente Amsterdam. Met de middelen om daaraan te werken.
Met trots kunnen we vertellen: dat lukt intussen met DO 16-27 (Domeinoverstijgend ontwikkelen voor 16- tot 27-jarigen) De afgelopen anderhalf jaar heeft de projectgroep met leden van Boomerang Zorg, MultiPlusZorg, HVO Querido, Levvel, het Leger des Heils, CombiWel, PerMens, Opvangcentrum De Elandsstraat en Timon hard gewerkt. Want er lagen heel wat uitdagingen om die overgang als netwerk voor elkaar te krijgen op een manier waarop jongeren geen last hebben van organisatiegrenzen. En intussen zijn meer nieuwe aanbieders aangesloten, zodat het aanbod nog completer wordt en we steeds meer jongeren goed kunnen begeleiden.
Uitgangspunt
Toch is eerst iets anders nodig voordat je goed kunt samenwerken, leren en ontdekken wat nodig is. Zo zijn we begonnen om elkaars keuken te kijken om elkaar te leren kennen. Wat doet jeugdhulp-met-verblijf, hoe zit MOBW (tegenwoordig Begeleid Thuis Beschermd Verblijf, BTBV) in elkaar? De invalshoek bij het begeleiden van jongeren verschilt als het gaat om de zelfstandigheid die van een jongere wordt verwacht. Hoe sluiten we beter op elkaar en de behoefte van jongeren aan, ondanks het verschil in begeleiding? Het begrip voor elkaars taken en werkprocessen is toegenomen door elkaar te ontmoeten op basis van de inhoud: casuïstiekbespreking droeg met een leertafel droeg daaraan bij.
Organisatorisch en financieel waren er veel vragen, maar inhoudelijk zaten we al snel op één lijn. Een gezamenlijke visie formuleren hielp ons de behoefte van de jongere telkens weer als uitgangspunt te nemen. De bestuurders van al onze organisaties ondertekenden het convenant met de intentie om werkelijk te willen samenwerken.
Vertrouwd gezicht
Vervolgens dacht de projectgroep na over wat precies nodig is voor een soepele overgang naar volwassenheid voor jongeren. Zo ontstond het idee een brug: een bekende professional die de jongere ondersteunt tijdens die stap. Dat kan een hulpverlener vanuit de jeugdhulp zijn, die als vertrouwd gezicht nog een tijdje ondersteuning blijft bieden bij de MOBW of een MOBW-begeleider die al binnen de jeugdhulpinstelling met de jongere werkt aan zelfstandigheid en een vertrouwensband wanneer de jongere de overstap maakt.
Deze begeleidingsuren van de jeugdhulpverlener of MOBW-begeleider worden gefinancierd met middelen vanuit de gemeente Amsterdam. Naast de twee begeleidingsvarianten kunnen ook meer uren begeleiding worden ingezet of extra wooncapaciteit worden gecreëerd.
Klus
Het klinkt simpel: nog even jeugdhulp bieden tot en met de MOBW of alvast begeleiden in de jeugdhulpinstelling als een jongvolwassene al woont in een volwassenvoorziening. Maar daarvoor is nodig dat je vastlegt: voor wie is het precies, hoe lang kun je deze ‘brug’ inzetten, wie beoordeelt of de middelen voor deze jongere beschikbaar worden gesteld, enzovoorts.
De projectgroep heeft daarom een stappenplan gemaakt voor de inzet van de begeleidingsvarianten, ontwikkelde een infographic over hoe dat in zijn werk gaat, zorgde voor formulieren voor de aanvraag, verantwoording en declaratie, etc. Zodat iedereen snel op de hoogte is van relevante informatie, precies weet wat te doen bij een aanvraag en er een eenduidige werkwijze is.
Een behoorlijke klus om als netwerk te ontwikkelen, omdat iedereen zijn organisatiebelang opzij moet zetten en moet loslaten hoe je gewend bent te werken om tot innovatieve ideeën te komen. Binnen een netwerk telt ieders stem immers even zwaar.
Bijvangst
Om meters te maken gingen werkgroepen met specifieke vragen aan de slag, bijvoorbeeld over de in-, door- en uitstroom; financiering, sturingsinformatie, werkprocessen, innovatie en aanbod.
Er is ook bijvangst. Niet alleen is gezamenlijke aanpak ontwikkeld, er zijn ook andere bruggen geslagen. De samenwerking tussen jeugdhulp, MOBW en de gemeente is verder aangezwengeld. Dat hielp ook bij andere overleggen. Bijvoorbeeld over hoe de partijen met elkaar maatwerk kunnen leveren en de omslagwoningen flexibeler inzetten, zodat meer jongeren worden bereikt. Ook bij het zoeken naar oplossingen om de bestaanszekerheid van jongeren te bevorderen met de methodiek ‘Schouders Eronder’, werden de vruchten geplukt van de samenwerking. En tijdens de werkconferentie over huisvesting van kwetsbare groepen konden we elkaar sneller vinden.
Vertrouwen
De netwerkaanpak vergemakkelijkte de samenwerking tussen de organisaties. Uit het gezamenlijk optrekken zijn dus verbeteringen voortgekomen die je vooraf niet kunt bedenken. Ook het onderlinge vertrouwen in elkaar en elkaars expertise is toegenomen. Natuurlijk wordt inhoudelijk gecheckt of een jongere in aanmerking komt voor de overgangsaanpak, maar daarna zijn de administratieve lasten voor verantwoording laag en gaan de organisaties wat de financiering betreft uit van vertrouwen in elkaar.
Verder is er meer contact met Centrale Toegang van de GGD, die screent wie voor MOBW/BTBV in aanmerking komt. Het is nog nodig om beter in beeld in beeld te krijgen hoe het met de doorstroom zit, zodat er geen tekort aan woonplekken ontstaat voor jongeren.
Daarnaast hebben ook professionals van de verschillende organisaties elkaar beter leren kennen, wat in de praktijk zorgt dat de drempel lager is om elkaar even om advies te vragen. Denk aan de ervaringen met een alarmknop die men al had bij HVO Querido en waar ambulant begeleiders van MultiPluszorg van konden leren –een belletje was nu zo gepleegd. Kennis en ervaring van de diverse organisaties sijpelt door naar de werkvloer, zonder dat er veel moeite voor hoeft te worden gedaan.
De komende tijd werkt de projectgroep aan het doorontwikkelen van deze nieuwe aanpak en is daarvoor een Innovatiebudget beschikbaar gesteld. Ook is een monitor in ontwikkeling om preciezer te weten welke zorgvraag de jongeren precies hebben, hoeveel jongeren hieraan behoefte hebben en waar nog hiaten liggen. En natuurlijk zijn de samenwerkende partijen ook nieuwsgierig wat jongeren er zelf van vinden, waarvoor mogelijk een onderzoek wordt gestart.
Wat we samen voor elkaar hebben gekregen, is iets wat we nog niet in andere gemeenten hebben gezien. Amsterdamse jongeren en jongvolwassenen kunnen door onze gezamenlijke inspanningen nu over organisatiegrenzen heen begeleiding krijgen. Daar zijn we trots op!
Deel dit bericht via: